De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) loopt tegen een groot probleem aan: ze hebben weinig mogelijkheden om de Europese privacywet (AVG) buiten de EU te handhaven. Dit blijkt uit een rapport van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPB). Vooral in de Verenigde Staten staat de AP praktisch machteloos. Zonder goede afspraken en verdragen kunnen ze hun besluiten daar nauwelijks uitvoeren, laat staan boetes innen.
Wat nu? De AP moet creatief zijn om toch iets voor elkaar te krijgen. Denk aan juridische wegen zoals het gebruiken van wetgeving rond economische delicten, beslag leggen op een merknaam, onderzoekskosten verhalen of zelfs civielrechtelijke procedures opstarten. Maar makkelijk is dat niet. In de VS erkennen rechters bijna nooit boetes uit andere landen. Alleen schadeclaims hebben soms een kans.
Een goed voorbeeld is de zaak tegen Clearview AI. Dit Amerikaanse bedrijf kreeg begin september een flinke boete van de AP: maar liefst 30 miljoen euro. Clearview AI, bekend van gezichtsherkenning, zou de Nederlandse privacywet hebben geschonden door een enorme database met foto’s en biometrische gegevens aan te leggen. Volgens Clearview leveren ze alleen diensten aan opsporingsdiensten buiten de EU, maar de AP vindt dat een commercieel bedrijf zich hier niet mee mag bemoeien. De vraag is nu of die boete ooit geïnd wordt.
De AP heeft inmiddels aan de Tweede Kamer laten weten dat ze extra steun nodig hebben om deze problemen aan te pakken. Want zonder betere samenwerking en regelgeving blijven bedrijven buiten de EU buiten schot, hoe hoog de boete ook is.